De ruime arbeidsmarkt
Een arbeidsmarkt wordt als “ruim” beschouwd wanneer het aanbod van arbeidskrachten groter is dan de vraag. Met andere woorden: er zijn meer mensen op zoek naar werk dan er banen beschikbaar zijn, wat leidt tot een overschot aan arbeidsaanbod. Voor werkzoekenden is dit een ongunstige situatie. De concurrentie voor beschikbare banen is groot, en werkgevers hebben de ruimte om scherpere voorwaarden te stellen, omdat ze weten dat er genoeg kandidaten zijn.
Een ruime arbeidsmarkt komt vaak voor tijdens een periode van laagconjunctuur, een fase waarin de economie minder groeit of zelfs krimpt, zoals tijdens een recessie. Wanneer er minder vraag is naar producten en diensten, neemt ook de behoefte aan arbeidskrachten af. Werkgevers spelen hier strategisch op in, bijvoorbeeld door een interne arbeidsreserve aan te houden.
Dit is een pool van werknemers die klaarstaat voor als de vraag weer aantrekt. Maar als de laagconjunctuur voortduurt, kunnen bedrijven deze reserve niet blijven handhaven en volgen er vaak gedwongen ontslagen. De werkloosheid die ontstaat door afnemende economische activiteit wordt conjuncturele werkloosheid genoemd.
Gevolgen van een ruime arbeidsmarkt
Naast de conjuncturele werkloosheid kunnen er ook andere factoren zijn die bijdragen aan werkloosheid. Hoge loonkosten kunnen bijvoorbeeld werkgevers ertoe aanzetten te investeren in minder arbeidsintensieve productiemethoden, zoals automatisering. Dit leidt tot een proces van substitutie, waarbij menselijke arbeid wordt vervangen door machines en kapitaalgoederen. Naarmate de automatisering toeneemt, zullen steeds meer werknemers van de werkvloer worden verdrongen.
Een andere veelgebruikte strategie door werkgevers is het verplaatsen van productie naar lagelonenlanden. Dit stelt hen in staat om dezelfde productiecapaciteit te behouden, terwijl de loonkosten aanzienlijk dalen. Vooral in industriële sectoren is dit een populaire tactiek om kosten te besparen.
Ten slotte kan er sprake zijn van structurele werkloosheid wanneer de economie onvoldoende productiecapaciteit heeft om de benodigde goederen en diensten te leveren. Deze vorm van werkloosheid ontstaat doordat de structuur van de economie niet in staat is om werkgelegenheid te creëren voor alle beschikbare arbeidskrachten.
De krappe arbeidsmarkt
Een krappe arbeidsmarkt ontstaat wanneer de vraag naar arbeid groter is dan het beschikbare aanbod van arbeidskrachten. Voor werkzoekenden is dit een gunstige situatie. Afhankelijk van hun ervaring en kwalificaties kunnen werklozen soms zelfs kiezen uit meerdere banen. Werkgevers hebben in deze omstandigheden vaak meer moeite om geschikte werknemers te vinden en zijn daardoor sneller bereid concessies te doen aan de wensen van kandidaten. Dit kan variëren van hogere salarissen tot meer flexibele werktijden of betere secundaire arbeidsvoorwaarden.
Door het tekort aan arbeidskrachten blijven werkgevers soms met openstaande vacatures zitten. Om de vraag naar arbeid op te vangen, kunnen zij werknemers overuren laten maken of arbeidskrachten uit andere regio’s of zelfs landen aantrekken.
Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld door gebruik te maken van arbeidsmigranten of het verplaatsen van werk naar gebieden met een groter aanbod van arbeidskrachten.
Een krappe arbeidsmarkt gaat vaak gepaard met welvaartsgroei voor werknemers. In tijden van economische bloei, wanneer er meer werk is dan werknemers, worden mensen die eerder geen baan hadden of zelfs niet naar werk zochten, aangemoedigd om weer deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Ouderen kunnen ervoor kiezen om weer te gaan werken, jongeren ronden sneller hun opleiding af om direct te gaan werken en arbeiders uit andere regio’s of landen vestigen zich daar waar het werk is.
Oorzaken van een krappe arbeidsmarkt
Een krappe arbeidsmarkt ontstaat vaak in periodes van hoogconjunctuur, een fase van de economie waarin er sprake is van overbesteding en een hoge vraag naar goederen en diensten. Bedrijven willen meer produceren om te voldoen aan de toenemende vraag, wat resulteert in een grotere behoefte aan arbeidskrachten.
Daarnaast speelt de vergrijzing een belangrijke rol bij het ontstaan van krapte. Door de vergrijzing neemt het aandeel ouderen in de bevolking toe. Veel van deze ouderen zullen de arbeidsmarkt verlaten, wat zorgt voor een toename van openstaande posities. De verwachting is dat dit in de komende jaren voor nog meer krapte zal zorgen, aangezien er relatief weinig jonge mensen zijn om deze vacatures in te vullen.
De vier situaties op de arbeidsmarkt
Op de horizontale as van de spanningsmeter arbeidsmarkt staat het aanbod van arbeid en op de verticale as de vraag naar extra werknemers (CBS, 2025). Hierdoor ontstaan vier kwadranten, die overeenkomen met de vier mogelijke situaties op de arbeidsmarkt.
Gespannen arbeidsmarkt (rechtsboven) – de vraag naar arbeid is bovengemiddeld terwijl het beschikbare aanbod van arbeid (de werkloosheid) laag is.
Afzwakkende arbeidsmarkt (rechtsonder) – de vraag naar arbeid is afgenomen tot benedengemiddeld terwijl het aanbod van arbeid (de werkloosheid) nog steeds laag is.
Ruime arbeidsmarkt (linksonder) – de vraag naar extra arbeid is nog steeds benedengemiddeld, terwijl het aanbod van arbeid (de werkloosheid) gestegen is tot bovengemiddeld.
Aantrekkende arbeidsmarkt (linksboven) – de vraag naar extra arbeid is toegenomen tot bovengemiddeld, maar de arbeidsmarkt is nog niet gespannen omdat de werkloosheid nog relatief hoog is.
De gebruikte indicatoren
Het beschikbare aanbod van extra arbeid wordt weergegeven door het werkloosheidspercentage (werkloze beroepsbevolking/beroepsbevolking)(CBS, 2025).
Voor de arbeidsvraag wordt uitgegaan van het totaal aantal vacatures gedeeld door het gemiddeld aantal banen.